Hoofdinhoud

“JE PRAAT MET ELKAAR IN PLAATS VAN OVER ELKAAR.” Ad van Rees is melkveehouder in de Alblasserwaard, bestuurslid van DeltaMilk en al zo’n vijf jaar partner in de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling. Hij vindt de gelijkwaardige manier van samenwerken tussen boeren, overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven in de Groene Cirkels prettig. “De lijnen zijn kort en dat werkt goed. Je ziet niet met veel vooringenomen standpunten aan tafel, maar luistert goed naar elkaar. Hoe zit die ander erin? Hoe kijkt die ernaar? Dat geldt ook voor mij: boeren vinden nog wel eens wat van kennisinstellingen, dat ze te politiek zouden zijn bijvoorbeeld. Maar dat is te makkelijk gezegd. Mijn ervaring met de Wageningen Universiteit is prima. Natuurlijk is geen mens zonder mening, maar dat is niet erg. Als je maar naar elkaar luistert en begrip voor elkaars standpunt kunt opbrengen. Misschien kan je je eigen standpunt wel bijstellen of doet een ander dat. Hoe dan ook kom je samen verder dan alleen. Ik vind het te ver gaan om te zeggen dat Groene Cirkels dé oplossing is voor polarisatie, maar het werkt wel beter als je met elkaar praat dan over elkaar.”

 

DOOR TE PIONIEREN, KRIJGEN BOEREN MEER PERSPECTIEF, meent van Rees. Hij is nauw betrokken bij een project rond waterinfiltratie in veenweidegebied, als instrument om bodemdaling tegen te gaan. “Dat staat nu veel steviger op de kaart dan vijf jaar geleden. Het heeft ons ook veel kennis opgeleverd. Over wat zo’n systeem doet met de bodem, het grondwater, de waterkwaliteit. Het is belangrijk dat je weet wat bepaalde maatregelen teweegbrengen. En dan is het voordeel dat er een kennisinstituut bij is, die er gevalideerd onderzoek aan kan koppelen. Dat geeft zo’n project meteen meer body. Het aardige van de Groene Cirkels is: je ontmoet elkaar alleen op die thema’s die van gedeeld belang zijn. Maar je houdt elkaar wel onderling op de hoogte en loopt dezelfde route. Dus je houdt je met je eigen deelthema bezig, maar toch voelt het heel gemeenschappelijk.”

 

“WE ZIJN RENTMEESTER VAN DE NATUUR. Dat is het uitgangspunt van zuivelfabriek De Graafstroom – ook partner in de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling - en zo sta ik er ook in. Het kan niet zo zijn dat je een aantal jaren met de grond bezig bent en dat die dan niets meer produceert omdat hij uitgeput is. En dat geldt niet alleen voor de bodem, maar ook voor de biodiversiteit. Grotere biodiversiteit op je bedrijf heeft meerwaarde, het zorgt ervoor dat je meer bent dan alleen melkproducent. Je zorgt dan ook voor onderhoud van de natuur en het landschap. Voor zover mogelijk, want het is complex. We doen ons best er iets aan bij te dragen, maar menselijk ingrijpen heeft altijd gevolgen die je niet altijd tevoren overziet. Dan is één soort succesvol, maar wordt een andere weggedrukt bijvoorbeeld."

 

“DE NATUUR IS DE BASIS VOOR ONZE TOEKOMST. Als de natuur of de omgeving niet meer in staat is jouw bedrijfsvoering te dragen, dan is die eindig. We leven in een gecultiveerd landschap dat we van de natuur hebben afgepakt. We moeten meer oog krijgen voor de natuur. De natuur zien en versterken. Anders verwoesten we uiteindelijk de aarde. Wij mensen hebben een enorme impact op de planeet en alles wat leeft. Als we daar geen oog voor hebben, raken we heel veel kwijt dat bijdraagt aan ons welzijn en ons overleven. Het is een welbegrepen eigenbelang om ons voor de natuur in te zetten. Het is geen luxe.”

 

“SUCCESFACTOR VAN GROENE CIRKELS IS DE GELIJKWAARDIGHEID. Met een overheid die geen dingen oplegt – want dan organiseer je alleen maar je eigen weerstand – maar procesonderhouder is zonder het eigen beleid door te willen duwen. Zo proberen we samen om op microniveau, macro-oplossingen te bieden. Het gaat langzaam, maar grote transities zijn zelden revolutionair. Het gaat geleidelijk, mensen moeten eraan wennen, de voordelen gaan inzien. En daarbij werkt het dus niet om zaken van bovenaf op te leggen. Dat gebeurt dan ook niet in Groene Cirkels. En het fijne is: deze manier van samenwerken biedt veel kansen om met nieuwe dingen te komen, omdat het je ook even uit de waan van de dag haalt.”

 

“IK HOOP DAT WE ELKAAR NOG MEER OPZOEKEN de komende 10 jaar, als Groene Cirkels onderling, want wij kunnen als Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling bijvoorbeeld goed de kennis gebruiken uit de Groene Cirkels Circulaire Suikerbietenketen. En misschien heeft Groene Cirkels HEINEKEN wel innovatieve oplossingen te bieden waar wij ook iets mee kunnen. Net zo goed zijn wij weer ver met bodemoplossingen, waar andere cirkels iets aan kunnen hebben. Ook zou ik nog wel meer tijd willen investeren in de partners binnen mijn eigen cirkel. Dat glipt soms een beetje tussen je vingers door; maar hoe vaker je elkaar spreekt, hoe sneller je vooruitgaat. We vinden elkaar als het echt nodig is, maar ik denk dat we wel eens iets over het hoofd zien, kansen missen, omdat we elkaar net te weinig spreken.”

 

“GELUKKIG HEBBEN WE DE DROOM. Daar begint het in een Groene Cirkel altijd mee. Onze gezamenlijke droom is dat we het veenweidelandschap de toekomst in willen brengen met een goede plek voor melkveehouderij en landbouw. Dat vind ik belangrijk, want dat is ook het perspectief voor mijn bedrijf. Die droom hebben we met elkaar gemaakt. Het klinkt misschien wat zweverig, maar we hebben er best wat tijd in gestoken om gezamenlijke woorden te vinden en het is toch belangrijk dat je elkaar ergens op kunt aanspreken als dat nodig is. Hoewel er weinig wrijving is in de praktijk, want in het voortraject hebben we in elkaar geïnvesteerd door met elkaar die droom te formuleren. We weten dus allemaal waar we mee bezig zijn en zijn allemaal gemotiveerd.”