Hoofdinhoud

“HET SPANNINGSVELD IS ENORM”, zegt Raymond Noordermeer, directeur van Zuivelfabriek De Graafstroom. Een zuivelfabriek voor en door boeren waar kaas wordt gemaakt ‘vanuit het hart’. “Het Groene Hart is de achtertuin van miljoenen consumenten uit omliggende steden, die gezond voedsel van dichtbij willen en willen weten hoe dat is gemaakt”, aldus Noordermeer. “In een gebied waarin onze melkveehouders schaarse grond bezitten, terwijl hun verdienvermogen sterk onder druk staat. En dat tegen de achtergrond van grote maatschappelijke opgaven. Mijn vertrekpunt is dat we als bedrijf een bijdrage kunnen leveren aan dit complexe speelveld. Daarom zijn we ruim vier jaar geleden samen met partners de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling gestart.”

 

BOEREN ZIJN KEIHARD NODIG. “Je kunt niet simpelweg van alles natuur maken. We behoren tot de top van de wereld als het gaat om voedselproductie en alle kennis en kunde die daarbij komt kijken. Dat moeten we behouden. Hetzelfde geldt voor de biodiversiteit: geen natuurbeheerder kan voor al het onderhoud zorgen.” Boeren zijn essentiële landschapsbeheerders, wil hij maar zeggen. Des te gekker dat ze er zo bekaaid vanaf komen, aldus Noordermeer. “Dat zit natuurlijk enorm scheef.”

 

BOEREN, WETENSCHAPPERS, BANKEN, OVERHEDEN. Ze werken allemaal samen in de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling. “Dat is het mooie van Groene Cirkels. We werken grensontkennend samen en bekijken hoe we tot transitie kunnen komen. Want ons gebied - het Groene Hart - is aan het transformeren. Net als tweehonderd jaar geleden, toen we door gaswinning geen turf meer hoefden te winnen en we een voedselschuur voor omliggende steden werden. Nu zijn we in transitie naar volhoudbare melkveehouderij, die maatschappelijk in te passen is en een gezond economisch perspectief biedt.”

 

EEN COMMERCIEEL BEDRIJF IN EEN IDEOLOGISCHE SETTING. Zuivelfabriek de Graafstroom is - vanaf het prille begin - kartrekker in de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling. “Wij hebben een relevant aandeel in de keten”, verklaart Noordermeer die rol. “Bovendien heb je bij dit soort trajecten mensen nodig die er wakker van liggen. En dat doe ik. Want we hebben andere manieren nodig om de grote maatschappelijke opgaven waar we nu tegenaan lopen, op te lossen. Het is complex, maar het kan. Ik ben ervan overtuigd dat als je dingen wilt, je in beweging moet komen. Moet gaan doen. Gaandeweg ontdek je zaken die je niet zou zien als je niet gestart was. Zo zijn we ook met Groene Cirkels begonnen.”

 

“WE WERKEN AAN GEBIEDSGERICHTE OPLOSSINGEN”, vervolgt hij. Dat doen we met een groep mensen die allemaal geëngageerd zijn, willen samenwerken en enthousiast zijn. We willen allemaal een doel bereiken, impact hebben. Daarom moet wat we doen schaalbaar zijn. We doen het niet om het klein te houden.”

 

“GROENE CIRKELS GEEFT ONS TIJD EN RUIMTE. Er is ruimte om te experimenteren, te leren en fouten te maken. Ik vind het heel bijzonder dat het een transitienetwerk is waarbinnen grensontkennend gedacht en gehandeld wordt. Ik ben trots op de groep mensen die bij elkaar zit, op de ideeën die gegenereerd zijn de afgelopen jaren. En op de impact die we kunnen maken. Kijk naar onderwaterdrainage: we hebben de potentie daarvan laten uitrekenen, die is gigantisch. We kunnen daarmee echt bijdragen aan de nationale opgave rond bodemdaling. Ik ben er trots op dat we dat in kaart hebben gebracht.”

 

HET GAAT HEM WEL TE LANGZAAM. “Als wij in ons bedrijf een beslissing nemen, gaan we het meteen ook doen. Dat kan niet als je te maken hebt met wet- en regelgeving, subsidieaanvragen, accreditaties. Dat is allemaal logisch, maar ook vertragend. Dat is mijn grootste leerproces binnen Groene Cirkels: het gaat niet altijd zo snel als je zou willen. Maar we komen er wel. Je moet soms onbekende paden bewandelen om meer te zien en te ontdekken. Groene Cirkels is een ontdekkingsreis. Maar wel met een bedrijfseconomische doelstelling. We hoeven het niet te romantisch te maken.”

Lees ook het interview met boer en DeltaMilk-bestuurder Ad van Rees over onder meer de meerwaarde van biodiversiteit op de boerder.