Op weg naar een natuurinclusief Rotterdam
“Ik wil me laten verrassen. Inspireren. Van anderen leren en onze kennis inbrengen.” Ingeborg Berger, Programmamanager Biodiversiteit van de gemeente Rotterdam, is ambassadeur van de Groene Cirkel Groene Gezonde Stad. En daarmee pleitbezorger van samenwerking om een gezamenlijke droom te verwezenlijken: radicale vergroening van alle Zuid-Hollandse steden in 2030.
Berger leerde de Groene Cirkels kennen dankzij de Groene Cirkel Bijenlandschap. “Dat ging door alle abstractieniveaus heen”, zegt ze daarover. “Van ‘hoogover denken’ door wetenschappers, tot aan individuen die gewoon een klein stukje groen willen inrichten. Ook in de Groene Gezonde Stad zou ik het interessant vinden om nog meer inzicht te krijgen in wat het in de praktijk betekent als wij maatregelen nemen om te vergroenen. Niet alleen voor mensen, ook voor planten en dieren. Als we naar een ander soort stad en samenleving willen groeien, moeten we op een andere manier naar de natuur kijken. Niet alleen ten dienste van onszelf, maar breder dan dat. Hoe gaan onze belangen en die van planten en dieren samen? Dat is interessant.”
Ontwikkeling op gang
De gemeente Rotterdam heeft sinds twee jaar een uitvoeringsagenda specifiek voor biodiversiteit. Berger: “Het is natuurlijk te vroeg om al echte resultaten te zien, maar we zien wel al effect in bewustzijn en ambities. Ook werken we meer samen met partners in de stad aan andere grote opgaven. Er is een ontwikkeling op gang gekomen en dat is hartstikke mooi.”
Om een beter en nauwkeuriger beeld te krijgen van de stand van zaken van de biodiversiteit in Rotterdam heeft de gemeente een monitoringssysteem opgezet om data te verzamelen. Berger: “Ook zijn we bezig met het ontwikkelen van een toolbox ‘Natuurinclusief Rotterdam’ om zowel voor beheren, inrichten als ontwikkelen van de stad concrete handvatten te bieden. We hebben de hele stad ingedeeld op basis van biotopen. We hebben bekeken hoe we al die plekken aantrekkelijk kunnen maken voor icoonsoorten en een lijst maatregelen opgesteld om die soorten een kans te geven. Dat kan van alles zijn. Stel dat de egel in principe in een bepaalde wijk zou moeten kunnen leven, dan nemen we maatregelen waardoor de egel zich er veilig voelt, voedsel kan vinden en zich kan verplaatsen. Dus als we een nieuwbouwwijk aanleggen, zorgen we voor erfafscheidingen waar de egel onderdoor kan. Geen schuttingen tot aan de grond. Ook stellen we richtlijnen op voor het beheer van openbaar groen en geven we bewoners adviezen mee.”
Rotterdam leert daarbij ook graag van andere gemeenten en deelt haar ervaring in de Groene Cirkel Groene Gezonde Stad. “Je kunt van elkaar leren en elkaar aanvullen. Uiteindelijk is het een verkenning die je samen doet. Een zoektocht, want we weten nog heel veel niet. Data zijn hierbij heel waardevol om inzicht te verkrijgen en beter te kunnen sturen.”
Biodiversiteit kent geen grenzen
“Ik ben ambassadeur geworden, omdat ik zie dat het vergroten van de biodiversiteit heel erg gaat over het verbeteren van verbindingen. Letterlijk. Biodiversiteit houdt niet op bij de stadsgrens.
We moeten goed samenwerken en dus ons netwerk vergroten. Daarom voelde aansluiten bij de Groene Cirkel Groene Gezonde Stad als een hele logische stap. Ik ben pas net begonnen als ambassadeur, maar ik merk nu al hoeveel enthousiasme er in de cirkel zit en hoe waardevol het is dat je je kennis met elkaar kunt delen en vergroot. Je kunt elkaar aanvullen en versterken.”
“Zelf heb ik een grote passie voor groen, planten en dieren én voor stadsontwikkeling. Ik ben van oorsprong stadsgeograaf. Die combinatie vind ik superinspirerend. Het is ook complex, want we hebben in de stad veel mensen te huisvesten, die zich moeten kunnen verplaatsen, willen parkeren, recreëren. Je kunt niet zomaar delen van de stad teruggeven aan de natuur. Het is een zoektocht en een enorme uitdaging. Maar we moeten die wel aan gaan, want het gaat gewoon echt niet goed.”
“Ik hoop binnen de Groene Cirkel Groene Gezonde Stad nog veel meer mensen te leren kennen. Vragen beantwoord te krijgen. Geïnspireerd te worden. Het is een mooie club mensen. Ik ben heel benieuwd waar de openheid en samenwerking toe gaan leiden.”